Het “stralende” middelpunt
Bij zelfreflectie sta jij, als persoon, centraal. Je staat stil bij je eigen handelen en de keuzes die je hebt gemaakt. Door hier kritisch op terug te kijken vorm je nieuwe inzichten in de realiteit, in je eigen persoonlijkheid, in je gedrag en in de manier waarop je keuzes maakt. Doordat je meer zelfkennis ontwikkelt, word je ook bewust van je goede en minder goede eigenschappen en ben je in staat om weloverwogen doelen te stellen en keuzes te maken.
Maak geen karikatuur van jezelf
Jezelf een spiegel voorhouden is natuurlijk niet altijd prettig. Het kan behoorlijk confronterend zijn en een gevoel van schaamte in je losmaken. Daarom is zelfreflectie, mits op een goede manier uitgevoerd, ook zo leuk. Je voert dit namelijk zelfstandig uit, zonder hulp van anderen. Je hoeft je dus alleen tegenover jezelf te schamen waardoor je een manier ontwikkelt om met dat gevoel om te gaan. Je gaat steviger in je schoenen staan en daarnaast ontwikkel je je. Ik word er blij van, kom maar op met die spiegel!
Blinde vlek
Zelfreflectie is echter niet helemaal zonder risico. Iedereen heeft namelijk een blinde vlek als het om jezelf gaat. Onbewust zie je voornamelijk wat je wil zien. We maken als het ware een karikatuur van onszelf. Of je positieve of negatieve aspecten/eigenschappen ziet, is afhankelijk van je persoonlijke focus. Hierdoor vervormt het beeld dat je van jezelf hebt en dat is zonde. En belangrijker nog: niet op waarheid berust. Houd jezelf daarom eens letterlijk een spiegel voor en probeer op een objectieve manier naar jezelf te kijken, zonder waardeoordeel. Denk dus niet: “ik zie een scheve mond”, maar denk: “ik zie een gezicht met een mond waarvan de rechterkant iets naar boven staat”. Voel je het verschil?
De juiste spiegel
Er zijn verschillende methoden om zelfreflectie uit te voeren. Persoonlijk vind ik de STARR(T)-methode prettig. Deze methode geeft op eenvoudige en objectieve wijze structuur aan je reflectie. Je verzamelt informatie over de situatie en over jezelf zonder daar een waardeoordeel aan te hangen. Belangrijk hierbij is dat je jezelf open vragen stelt en eerlijk naar jezelf bent.
- Situatie (S): beschrijf de betreffende situatie. Wat was de aanleiding en wie waren erbij betrokken. Beschrijf ook waar de situatie zich afspeelde (werk / privé) en wanneer deze plaatsvond.
- Taak (T): beschrijf jouw taak/rol in deze situatie. Wat werd er van je verwacht en wat verwachtte jij zelf?
- Actie (A): beschrijf hoe jij jouw taak oppakte. Welke actie(s) voerde je uit en hoe deed je dat?
- Resultaat (R): beschrijf het resultaat en de reactie op jouw acties.
- Reflectie (R): je hebt nu een overzicht van de situatie, jouw taak, jouw acties en het resultaat. Daarmee heb je de basis gelegd voor de zelfreflectie. Je kunt jezelf nu vragen gaan stellen als “zou ik het een volgende keer op dezelfde wijze doen, of juist niet?”, “waarom zou ik het de volgende keer hetzelfde doen, of juist niet?”. Maar ook vragen als “heb ik vaker in een dergelijke situatie gezeten en hoe heb ik toen gehandeld?”.
- Transfer (T): de STARR-reflectie kan worden aangevuld met een extra T, namelijk die van transfer. Je hebt op jezelf gereflecteerd en gaat nu je voornemens voor een eventuele volgende situatie omschrijven zodat je deze reflectie daadwerkelijk kunt gaan toepassen en je je gaat ontwikkelen.
…wie reflecteert er in dit land?
Reflecteren is leren en kan op (bijna) elk gewenst moment gedaan worden. Dus ga jij voor die spiegel staan? Je zult zien dat je ontwikkeling zal verfijnen en je schaamte zal verdwijnen!
Bronnen: Mens-en-samenleving.infonu,nl, Lancelots.nl, Profi-leren.nl